Column: Brabanders

24 sep 2019 /

Als je mij een jaar of vijf geleden had gevraagd wat ik van Brabanders weet had ik waarschijnlijk het volgende geantwoord: ‘Dat zijn toch die halve Belgen die in het zuiden van ons land wonen? Die zijn zo dom dat ze midden in de winter een corsowagen bouwen en er op het laatst pas achter komen dat er helemaal geen dahlia’s zijn eind februari. Dan gaan ze maar gewoon met een geschilderde wagen door het dorp onder de noemer carnaval. En omdat ze dan toch tijd over hebben omdat ze geen bloemen hoeven te prikken gaan ze maar gewoon bier zitten zuipen. Vervolgens belanden ze bij de buurvrouw in bed onder het mom van met carnaval mag alles.’


Je begrijpt al wel dat ik niks met carnaval heb. Ik ben toch meer van de optochten mét dahlia’s.

Inmiddels kom ik al vier jaar met veel plezier in Valkenswaard en blijken al mijn vooroordelen ongegrond. En het laatste corso was voor mij toch wel een heel bijzondere.

Ongeveer een jaar geleden werd ik gebeld vanuit Valkenswaard met de vraag of ik mee wilde doen met een nieuwe bouwgroep. Mijn eerste reactie was ‘zou je dat wel doen?’ Er komt veel bij kijken om een nieuwe groep te beginnen, je hebt nog helemaal niks; geen tent, geen onderstel, geen gereedschap, geen geld en vooral geen handjes om dit alles te realiseren. Dit alles zou dan wel goed komen als ik dan maar mee wilde helpen met het ontwerp en vooral de kleuren en de bloemen. Na een week bedenktijd dan toch maar ja gezegd. Door privé omstandigheden helaas niet veel kunnen doen aan de voorbereiding en het eerste deel van de bouw maar toch wel veel meegekregen via de app en over de telefoon.

Mijn eerste dag in de tent was de maandag voor het corso. Mijn vrees bleek toch een beetje werkelijkheid; de wagen zat nog niet voor de helft in het karton, er moest ook nog wel erg veel laswerk gedaan worden en was hij wel erg groot uitgevallen voor een eerste wagen. Dan maar gewoon de schouders eronder en een lasapparaat gegrepen, dat inkleuren moest dan maar later. Op woensdagmiddag pas voor het eerst wat kleur op de wagen gekregen. Donderdag weer even snel naar huis om de bloemen te leveren voor diverse corso’s en vrijdag ochtend terug in de tent. Gelukkig was het meeste laswerk dan toch wel gedaan. Dat moest ook wel want de eerste bloemen stonden inmiddels ook al in de tent. Het beloofde nog een lang weekend te worden en het inkleuren werd hem ook niet meer echt op het nog natte papier.


Op vrijdagavond toch mooi een eind op weg geholpen door de mensen van de noodknop.
Al aardig wat voorgeprikt en er zat ook al wat aan de wagen.
Zaterdag ochtend maar weer vroeg uit de veren, het kon nog wel eens een hele lange dag worden. In de ochtend een wel heel erg klein groepje in de tent en begon de spanning toch al wel behoorlijk op te lopen en zo rond het middaguur zag ik allemaal niet meer goed komen. Er zaten op dat moment nog geen 50 kisten bloemen aan de wagen en er moesten er toch echt meer dan 340 aan. Met nog minder dan 24 uur te gaan een vrijwel onmogelijke opgave met het aantal mensen wat op dat moment in de tent was. Toch maar even een gesprekje met de voorzitter wat nu te doen en die blijkt er dan precies hetzelfde over te denken. Diverse opties worden besproken maar een oplossing komt er niet echt, zou dit dan de eerste wagen zijn die maar half in de bloemen aan het corso mee doet? Dat mag toch niet gebeuren. De directeur van Villa Pardoes is net de tent uit en laat ons weten erg trots te zijn dat we hun hebben gekozen als basis voor het ontwerp. Hij heeft ons tevens laten weten dat de gezinnen uit het vakantieoord het corso komen bezoeken. Hebben we dan toch een te zwaar thema voor ons ontwerp gekozen? Opeens voel je de enorme druk die dan op je schouders komt te liggen. Je kunt die mensen toch ook niet teleurstellen door met een halve wagen aan het corso mee te doen. Daar zitten dan 2 volwassen mannen met tranen in de ogen. Zo is corso toch niet bedoeld.

Ik heb geen idee hoe het kwam en waar allemaal vandaan, maar even daarna stroomde de tent dan toch vol met diverse mensen. Zo rond een uur of 4 waren bijna alle tafels bezet en stonden de steigers toch behoorlijk vol met mensen om dat ding in de bloemen te krijgen. Ineens liep het als een trein en begon de wagen mooi dicht te raken, zou het dan toch lukken?

Na het avondeten, rond een uur of 8, waren zelfs alle bloemen al voorgeprikt. We zaten alleen nog met een wagen waar er nog een heleboel bloemen aan moesten, maar we hadden er weer vertrouwen in dat het allemaal goed zou komen. Tegen het eind van de avond schoven de mensen van de noodknop maar weer eens aan. Zonder deze mensen was het zeker niet gelukt. Nogmaals bedankt!

Even na 1 uur, toen de meeste mensen waren vertrokken, bleek na een inspectierondje dat toch bijna alle bloemen er aan zaten. Hier en daar nog een klein hoekje wat was blijven zitten konden we met de overgebleven vaste kern toch wel dicht krijgen. Ook al zou dat tegen de ochtend worden. Even na 4 uur gingen dan toch de laatste bloemen er aan en was hij af. Eerst maar even een welverdiend biertje en een paar uurtjes naar bed.
Rond 8 uur op corsozondag maar weer verzamelen bij de tent om de laatste puntjes af te werken en te vertrekken richting kloosterplein. Op het moment dat dan de zeilen van de tent afgaan, de wagen tevoorschijn komt en het eerste zonlicht de wagen raakt, schiet je toch een beetje vol. Dát is het gevoel wat corso hoort te zijn én overheerst de trots van de geleverde prestatie en ben je ineens vergeten hoeveel werk het allemaal is geweest om op dit punt te komen.

Nu schijnt het in Brabant een eer te zijn om je wagen te mogen duwen, ik heb dat nooit begrepen. Wij doen er gewoon een motor onder die de wagen rondrijdt zodat de bouwers kunnen genieten van de optocht zelf. Aangezien ik dat nog nooit gedaan had ben ik ook maar onder de wagen gekropen en onze trots richting Kloosterplein geduwd. En dat valt nog niet mee na een heel weekend door de tent sjouwen met bloemen. Dan gaan je spieren toch een beetje tegenstribbelen. Het enige wat je ziet is betonijzer en karton en je hebt geen idee waarnaartoe en hoe ver nog terwijl het zweet van je rug loopt. Ineens hoor luid applaus bij het passeren van één van de collega tenten. Je krijgt kippenvel over je hele lijf en begrijp je ineens waarom het een eer is om je wagen te mogen duwen. Dan voel je alleen nog maar de trots van de geleverde prestatie. 


Als duwer onder de wagen krijg je van de optocht zelf weinig mee. Je hoort de harde muziek uit de boxen vlak voor je en af en toe hoor je het geluid uit de speakers langs de kant. En na bijna 3 uur onder de wagen ben je toch blij dat het afgelopen is en je weer wat zonlicht ziet. Je kunt echt bijna geen stap meer zetten maar het is het waard.

Zo tegen 19.00 maar richting prijsuitreiking gesjokt. ‘Ach, we zullen wel laatste worden maar wie geeft daarom? Hij was af en we hebben meegedaan voor de eerste keer met een zeer onervaren bouwgroep.’ De kinderjury kiest voor de wagen van de Reisvenne-Oranje; hij blijft toch populair in Brabant die Guus. De Publieksprijs gaat naar de Stadsebergen…het zal wel, ik heb er niet veel van meegekregen. Als we dan gaan aftellen van 13 naar 1 weet je dat je als eerste genoemd gaat worden. ‘Op de 13e plaats buurtschap Graafschap.’ Het duurt even voordat het doordringt. ‘Hé, dat zijn wij niet!’ We zijn niet eens laatste. Dat we dan toch wel 12e zijn is geen teleurstelling maar een overwinning. De buurtschappen die daarna genoemd worden gaan in een waas aan je voorbij en wacht tot de laatste 3 overblijven. Vlak naast je zie je dat de Leenderweg ook nog bij die laatste 3 hoort. Je bent stiekem toch een beetje blij voor ze; ik heb daar de afgelopen drie jaar met veel plezier geholpen en het zijn een stel hele fijne mensen. Voor hun moet de 3e plaats hetzelfde voelen als voor ons de 12e. Dat Stadsebergen er met de 1e prijs vandoor gaat is niet echt een verrassing. Ze zijn er zichtbaar blij mee en mogen de beker houden nu ze voor de derde keer op rij winnen.

Moe maar voldaan in mijn bed gekropen. Het was een lange zware maar vooral een prachtige dag.

Corsomaandag is dan de dag om de tent af te breken en de troep weer op te ruimen. Aan het eind van de middag is er dan de BBQ met aansluitend het eindfeest. Eerst even een persoonlijk dingetje afhandelen, daarna lekker napraten over corso onder het genot van een biertje. Blijft toch leuk zulke feestjes. Maar na een biertje of tien en een halve liter Schrobbelèr gaat toch echt het licht uit en was ik zelf die sukkel met iets teveel op. Gelukkig lag ik niet bij de buurvrouw in bed.


Wanneer je dan de volgende ochtend wakker wordt met een barstende koppijn en een klein paars beertje vraag je je toch af waar het mis is gegaan, het zal de combinatie van alles wel geweest zijn. Dan zijn er gelukkig de foto’s nog en begint het langzaam wat te dagen. Ik weet overigens nog steeds niet waar het kleine paarse beertje vandaan is gekomen.

Onderweg naar huis ga je dan de dingen even overdenken. Het is toch een rit van ruim twee uur en dan heb je daar mooi de tijd voor. Die Brabanders verschillen nog niet zoveel van ons “domme boeren uit het noorden”. Ze doen een aantal dingen anders dan wij, maar dat wil niet zeggen dat ze verkeerd zijn. Misschien doen wij het al wel jaren fout. Één ding hebben we zeker gemeen: het corso.
 Ze zijn met dezelfde passie als ons bezig aan iets wat eigenlijk niet meer echt een hobby genoemd mag worden. Corso is meer een manier van leven. Over het algemeen zijn het allemaal erg gastvrije en warme mensen die ook wel een biertje lusten al is het dan Dommelsch. Ik kijk nu al weer uit naar de 4e vrijdag van oktober. 
Ach Brabanders, je gaat er van houden… Van sommigen misschien wel iets te veel.




Redactie: MVB & JMB   ♦   Design & Development: JMB   ♦   Contact: info@corsonetwerk.nl



[====]