"En voor de rest heb je wel een sociaal leven?"
“Ja, leuk…”
Hoezo “leuk”? Het is geweldig, het is fantastisch. Wat is er niet leuk aan? Hoe kan er nu gewoon “leuk” gezegd worden? Gelukkig, er komt nog een vraag. De uitgelezen mogelijkheid om het toch nog even goed uit te leggen dat het meer dan leuk is. “En dat is een carnavalsoptocht?” Nee, het is midden in de zomer. “Carnaval in de zomer dus?” Nee, het is geen carnaval. De ervaren bouwer voelt het al aankomen, het wordt weer zo’n gesprek waarbij alles uit de kast gehaald moet worden.
“En daar komen mensen naar kijken?” Ja, daar komen mensen naar kijken, vele duizenden. “Naar die wagentjes?” Ja, en het zijn wagens, zo klein zijn ze niet. Vele meters hoog, breed en lang. “Leuk…” Ja, en daar gaat wel heel de vakantie in zitten. “Je vakantie?” Ja de vakantie. “Een paar weekenden of zo?” Nee, daar gaat wel wat meer tijd in zitten, het is ook door de week bouwen. En het bedenken gebeurt in de winter, dus eigenlijk ben je er bijna een jaar mee bezig. “En daar krijg je voor betaald?” Nee, het is vrijwilligerswerk. Het geeft ontzettend veel voldoening met de hele groep. “Oh, er zijn er nog meer?” Ja, we hebben een hele groep. Er zijn mensen die het bedenken, er zijn mensen die de tent opzetten er zijn er die bouwen, er zijn er die de kantine bij houden, er zijn er die de feesten organiseren, er zijn er die het spel bedenken, er zijn er die kostuums maken, er zijn er die grime verzorgen, er zijn er die de wagen begeleiden, er zijn er die de website en de sociale media bijhouden. En er zijn er ook bij die niet zoveel doen. “Die tent, is dat zo’n partytentje?” Nee, een hele grote bouwtent, twintig meter lang, acht meter hoog en zes meter breed. En dan was ik nog vergeten dat er ook nog een aantal mensen zich bezighouden met de sponsoring. “Kosten die wagens dan geld ook?” Ja, zo’n grote wagen kost geld. We proberen zoveel mogelijk dingen kosteloos te regelen, en daar zijn wagenbouwers ware meesters in, maar het blijft toch geld kosten. “Dus de sponsors hebben een bord op de wagen?” Nee, op de wagen zelf en in de optocht gaat het om de wagen en de uitbeelding. Daar zijn geen sponsors op te zien.
“Maar je zei echt dat je er heel je vakantie aan spendeert?” Ja, daar komt het wel behoorlijk op neer. “En voor de rest heb je wel een sociaal leven?” Ja, natuurlijk en het hele wagenbouwen is op zich al een ontzettend sociaal gebeuren. Het is samen bouwen aan iets groots. Dat zie je vaak tot uiting komen als er een groep wint. Iedereen valt elkaar dan in de armen. Heel het bouwseizoen en de druk van de laatste dagen werken, komt er op dat moment uit. “Winnen? Is het een wedstrijd?” Ja en nee. Ja, het is ook een wedstrijd, op de dag zelf wil je zo goed mogelijk voor de dag komen en laten zien wat je al die maanden gemaakt hebt. Maar uiteindelijk meer nee, want het creëren, bouwen en de gezelligheid eromheen zelf is het allerleukste. En alleen met de andere groepen samen kun je de optocht maken, in je eentje ben je niks. “En dan doen jullie er bloemen op?” Nee, bij ons niet, bij een heleboel andere corso’s wel. Daar gaan meestal dahlia’s op. “Wel een beetje oubollig hè, bloemetjes” Nee, dat is totaal niet oubollig, heb je die wagens wel eens gezien? Dat zijn ware rijdende kunstwerken en theaters. “Ja in Aalsmeer toch?” Nee, die bedoel ik niet, daar hebben ze ook wel iets dat optocht genoemd wordt, maar dat is niet representatief voor alle echte grote corso’s.
De moderne vooruitgang heeft de wagenbouwer een hulpmiddel gegeven in zijn of haar uitlegstrijd: de smartphone. Wanneer deze ter hand genomen wordt en de beelden op het scherm voorbij glijden, begint de uitleg vruchten af te werpen. “Wow, dat ziet er gaaf uit! En die wagens maken jullie echt gewoon zelf?” Ja, dat doen we echt zelf. “Nou dat is toch behoorlijk te gek zeg.” Ja, en zelf zijn we ook wel een beetje gek, prettig wagenbouw gestoord.
