WVTTK: November 2014

07 dec 2014 /

Door Sinterklaas iets later dan normaal, maar ook deze maand blikken we met een aantal corsoliefhebbers terug op het nieuws. Door middel van vier vragen of stellingen, gebaseerd op nieuws-items op de website, geven bouwers, ontwerpers en vrijwilligers hun mening.

November was de maand waarin de eerste ontwerpen werden gepresenteerd en de optochtorganisaties wat meer in het nieuws waren. Dit zijn de WVTTK vrijwilligers voor de maand november:
Andre Kist, wagenbouwer Rataplan (Vollenhove)
Pieter Meeuwissen, Corsoclub Culemborg Fruitcorso (Tiel). Tot en met 2010 ontwerper in Zundert (Veldstraat en Klein Zundert)
Robert Rook, Ontwerper Fun Fun (Sint Jansklooster)
Robin Wijnen, Vino (@vinocorso) buurtschap Hazestraat (Valkenswaard)

#1:

Samenwerking De Lent en Achtmaal in 2015:
“Wat vind jij van dit initiatief en is dit bij jouw eigen corso voorstelbaar?”

Robin merkt op dat een dergelijke samenwerking niet zo uniek is als in het nieuwsbericht beschreven wordt. In 2001 is een dergelijke constructie, waarbij twee buurtschappen één ontwerp bouwen, in Valkenswaard ook al uitgevoerd. Een samenwerking tussen de buurtschappen Reisvenne Oranje en Kerkakkers, genaamd “Het toernooi” welke bestond uit twee wagens.
kerkakkkers_2001
Pieter denkt dat het initiatief juist bij een thema-corso goed tot z’n recht komt: ‘Daar waar je in een niet-thema-corso vooral zoveel mogelijk uiteenlopende onderwerpen wil hebben, zal het zoals bij een Van Gogh corso vooral zoeken zijn naar de verbinding. Daarom is dit initiatief zoals de vier wagens van De Lent en Achtmaal bij voorbaat al geslaagd.’ Ook Andre vindt het initiatief in het Van Gogh corso een leuk idee. Wel vraagt hij zich af of het helemaal gaat slagen omdat elke groep toch zijn eigen krachten en zwakheden heeft. ‘Je hebt te maken met twee verschillende groepen. Misschien dat de groepen zich tijdens de bouw gaan mengen dat weet ik niet, dat wordt niet beschreven.’
CN2015achtlent02
Robert vindt dat zo’n samenwerking vooral een middel moet zijn en geen doel op zich. ‘Bij alles wat je doet moet creativiteit en het ontwerp mijns inziens voorop staan. Als een ontwerp dermate uniek is, is het goed denkbaar dat alles uit de kast wordt gehaald om het ontwerp te realiseren. Maar juist dat unieke mis ik nu nog. Al kan dat natuurlijk nog komen.’ Ook Robin legt de nadruk op de mogelijke meerwaarde om samen op te trekken. ‘Gezien het ontwerp van beide buurtschappen heb ik nog mijn twijfels of deze samenwerking wel echt nodig was om dit ontwerp uit te beelden.’

Tenslotte bekijkt Pieter het ook vanuit het oogpunt van de jury:
‘Het lijkt me voor de jury wel wat lastiger te beoordelen, dan een solo-wagen.’

#2:

Corsobanenmarkt in Zundert:
“Naast alle vrijwilligers bij bouwgroepen zijn er tegenwoordig ook heel veel mensen nodig om alles rondom de corso’s te organiseren. Krijgen deze mensen genoeg waardering want vaak staan de wagenbouwers meer in de picture omdat zij een groter tastbaar resultaat op de weg zetten.”

Pieter geeft aan dat als ontwerper door de drukte weinig zicht heeft hoe het in Tiel allemaal geregeld is. Hij denkt wel dat niet-bouwende vrijwilligers automatisch wat minder in de belangstelling staan. ’Maar daar kiezen ze deels ook wel zelf voor. Je bent ook niet zo intensief in een groep bezig als de bouwers. Een goed georganiseerd corso valt of staat natuurlijk wel met al de vrijwilligers die meer of minder achter de schermen bezig zijn.’ Ook Andre denkt dat een evenement niet zonder de vrijwilligers kan. Hij vertelt dat ze in Vollenhove voor het middag- en avondcorso als vrijwilliger eten en drinken en een kleine vergoeding krijgen. ‘Zelf vind ik het niet nodig om de mensen te belonen in de vorm van een vergoeding. Ik denk dat een leuke feestavond voor alle vrijwillers beter tot zijn recht komt. Daarnaast zou je ze kunnen bedanken met een paar munten in de feesttent.’

Volgens Robert is het vaak onterecht dat de corsogroepen, bouwers en ontwerpers op de voorgrond staan. ‘In de organisatie van de diverse corso’s, dus ook die van Sint Jansklooster zijn veel mensen bijzonder actief om dit evenement te realiseren. Deze mensen zijn net zo corsogek als de bouwers. Steken er net zo veel tijd en energie in!’ Robin is het hier mee eens en vult aan: ‘Elke vrijwilliger die zijn of haar steentje aan een corso bijdraagt is belangrijk en verdient evenveel waardering. Of je nu bouwer bent, posters ophangt, de voorzitter bent of kaartjes verkoopt.’

Ook in Valkenswaard blijkt het lastig om elk jaar alle functies weer in te vullen. ‘De last wordt vaak maar door een aantal schouders gedragen. Een bouwer bij een buurtschap is nogal eens actief in een vrijwilligersrol bij de Stichting. Het meest ideale is een scheiding tussen bouwer en vrijwilliger onder de vlag van een Stichting.’ aldus Robin. Andre merkt op dat er sinds kort ook vrijwilligers van het corso van Sint Jansklooster staan bij het corso in Vollenhove. ‘Daar staat tegenover dat er tijdens hun corso mensen van de corsogroepen staan uit Vollenhove. Zelf vind ik dit een super initiatief. Samen sta je sterk.’

Afsluitend vertelt Robert dat er in Sint Jansklooster in de organisatie veel wisselingen geweest zijn. ‘Maar momenteel staat er een enthousiaste ploeg bestuurders. Petje af voor hen!’

#3:

Fonds voor startende corsogroepen in Lichtenvoorde:
“Vind je dit een goed initiatief en bestaat een dergelijk fonds bij jullie corso?”

13_geniaal_2014Alle WVTTK-ers zijn het er wel over eens dat een dergelijk initiatief altijd goed is voor een corso. Robert denkt ook dat elk initiatief voor continuering van je corso het proberen waard is, maar weet niet af of dit de beste methode is. ‘Wellicht is een constructie waarin continuering van bestaande groepen/buurtschappen voorop staat, ook een goede manier.’ Andre juicht het idee zeker toe en geeft als voorbeeld de groep Geniaal in Vollenhove. ‘Ze waren te groot voor het kindercorso maar het ontbrak die jongens aan financiële middelen. Toen heeft de organisatie besloten om ze drie jaar te gaan helpen met in ieder geval vast prijzengeld en sturing tijdens het bouwproces. Het heeft er toe geleid dat de jongens nu de hulp niet meer nodig hebben het derdde jaar het helemaal zelf en deden. Super.’

Volgens Pieter kan die 5000 euro net de stimulans zijn om beginnende groepen over de drempel te helpen. ‘Nu is de structuur van de groepen in Lichtenvoorde wel anders dan in andere corsoplaatsen. In L’voorde heb je wat meer vriendengroepen (met relatief veel jongeren), die wellicht niet zo’n solide basis hebben als nieuwkomers in bijvoorbeeld Zundert.’ Robin is van mening dat financiën niet de grootste uitdaging zijn om een nieuw buurtschap te starten. ‘Een grotere uitdaging is het enthousiast krijgen van een nieuwe groep mensen/vrijwilligers die samen een nieuw buurtschap willen starten.’

Net als in Sint Jansklooster ontbreekt ook in Valkenswaard een dergelijk fonds. Robin is er wel van overtuigd als er morgen in Valkenswaard een nieuw buurtschap gestart wordt elk buurtschap wel een bijdrage wil leveren middels materialen, kennis, tijd, handjes etc. ‘Daar is geen fonds voor nodig. De kracht van de Valkenswaardse corsogemeenschap hebben we dit jaar massaal laten zien na de brand bij buurtschap Crescendo.’

Andre hoopt dat het in Lichtenvoorde ook aanslaat. ‘Daar stoppen de laatste jaren ook meer wagens dan nodig is. Omdat er geen opvolging is of omdat de groep te klein wordt.’ Ook Pieter denkt dat het goed is dat dit initiatief in de Achterhoek is genomen. ‘Voor Lichtenvoorde is nieuwe aanwas wel nodig denk ik, want er zitten wel een paar clubs op het randje.’

#4:

Nieuwe voorzitter wil merk Brabantsedag nog steviger neerzetten:
“Zijn de corso’s en optochten merken geworden. Hoe zou je je jouw corso omschrijven als een merk, of misschien vind je het geen merk.”

‘Ik vind het een beetje marketing-cliché. Bij de meeste brainstormsessies over product en markt zijn dat de platgetreden termen.’ start Pieter de discussie. Hij denkt dat de nieuwe voorzitter van de Brabantsedag wellicht ook zo’n sessie heeft gevolgd.

Robin ziet corso’s en optochten niet als een merk. ‘Daar is het corso in Nederland te klein voor. Ik snap de commerciële gedachten van de nieuwe voorzitter van de Brabantsedag wel. Een merk is commercieel beter te benutten.’ Hij denkt wel dat als we optochten willen betitelen als een merk ze in Heeze een voorsprong hebben. ‘Er is namelijk geen evenement wat er in Nederland op lijkt. Dat is met corso evenementen wel anders.’
CN2014voorzitterBD
Robert denkt juist dat de “grote” corso’s momenteel goed bezig zijn om als bloemencorso in het algemeen een beeld neer te zetten. ‘Een merk vind ik nog wat te sterk uitgedrukt. Jaar naar jaar een prachtig, goed lopend evenement neerzetten, waar mensen voor terug komen, lijkt me al een flinke kluif. Als je dat een merk wil noemen, vind ik dat prima.’ Andre denkt ook niet dat je het als merk kan uitdragen. ‘Hooguit hoe ze het nu doen met het Werelderfgoed idee. Gezamenlijk staan voor het corso.’ Wel zou er volgens hem meer aandacht kunnen zijn dat elke optocht zijn eigen stijl heeft. ‘Zo bijvoorbeeld staat het corso in Vollenhove bekend om de fijne detaillering met zaden en ander fijn spul, Zundert om de grote wagens, de Brabantsedag in Heeze om de fijne en goed doordachte figuratie en Valkenswaard om hun thema. Ieder zijn eigen stijl en doen waar ze goed in zijn.’

Pieter vindt dat je door veel media-belangstelling en veel bezoekers niet per definitie een betere kwaliteit optocht krijgt. ‘Kijk maar eens naar de optochten in het Westland. Wel bij Omroep Max en heel veel bezoekers, maar al jaren op hetzelfde niveau. Kwaliteit komt uit de koker van de bouwgroepen en de organisatie dient daaraan faciliterend te zijn.’ Hij denk dat als je maar genoeg kwaliteit laat zien de rest ook wel volgt. ‘Merk of geen merk, het zal me worst wezen, als de optocht maar inspirerend is.’

Ook meedoen?

Wil je in een volgende WVTTK ook meedoen? Neem dan contact met ons op via social media of per mail via info@corsonetwerk.nl.




Redactie: MVB & JMB   ♦   Design & Development: JMB   ♦   Contact: info@corsonetwerk.nl



[====]